Skip to content

Kan je bij echtscheiding door onderlinge toestemming beslissen om de gezinswoning in onverdeeldheid te behouden?

De gebruikelijke werkwijze is dat je bij echtscheiding je volledige vermogen verdeelt, dus ook de gezinswoning. Soms zijn er redenen om de gezinswoning (nog even) in onverdeeldheid te houden, bijvoorbeeld: één van jullie is ziek, de kinderen wonen nog in de gezinswoning, jullie kunnen er nog geen afscheid van nemen, of twijfelen nog wie van jullie ze al dan niet zal overnemen.

Dan kan je beslissen om in onverdeeldheid te blijven. Jullie brengen dan een ‘conventionele onverdeeldheid’ tot stand, zoals ook het geval is bij samenwoners. Je kan dit afspreken voor een bepaalde tijd, maar je kan dit ook voor onbepaalde tijd afspreken[1].

Let wel, als je voor onbepaalde tijd in onverdeeldheid blijft kan je enkel opnieuw uit onverdeeldheid treden op basis van de voorwaarden in de overeenkomst of omdat de onverdeeldheid haar nut of doel heeft verloren. Daarom is het belangrijk dat je het doel en het nut van de onverdeeldheid opneemt in de overeenkomst.

Als je beslist om voor een bepaalde tijd in onverdeeldheid te blijven, dan ben je vrij om die periode vast te leggen zoals je wil. Jullie zijn niet gebonden door de termijn van vijf jaar die in het burgerlijk wetboek (art 815, tweede lid BW) is opgenomen. Art 815 BW is niet van toepassing op jullie ‘conventionele onverdeeldheid. Jullie kunnen een langere termijn overeenkomen en de overeenkomst hoeft dus niet elke vijf jaar worden hernieuwd.

Daarom maken we in de scheidingsovereenkomst duidelijke afspraken over hoe en om welke redenen deze onverdeeldheid kan stopgezet worden, wat de verplichtingen zijn van degene die er woont en van degene die er niet woont. Moet de partner die in de woning blijft maandelijks een woonstvergoeding betalen of niet? Als er nog een hypothecaire lening is, wie moet die dan afbetalen? Mag er een nieuwe partner bij de bewoner komen leven? Al deze vragen kunnen jullie in onderling overleg afspreken en vastleggen in de overeenkomst.

De familierechtbank waar de overeenkomst wordt neergelegd wil wel dat deze ‘overeenkomst van onverdeeldheid’ in een notariële akte wordt opgenomen en gevoegd wordt als bijlage aan het verzoek tot echtscheiding door onderlinge toestemming.

Er komt dus wel een extra kost kijken bij de keuze voor een (tijdelijke) onverdeeldheid van de gezinswoning.

[1] Voor de juristen onder ons: Cass. 20 september 2013: art. 815 BW is niet van toepassing op vrijwillig tot stand gebrachte onverdeeldheden in hoofdzaak.